In 1944-1946 was in het bevrijde deel van Nederland het Militair Gezag (MG) actief. De taak waarvoor het Militair Gezag in bevrijd Nederland gesteld werd, was drieledig. In de eerste plaats was het Militair Gezag handhaver van de openbare rust en orde. Verder was het belast met het onderhouden van de verbindingen tussen de Nederlandse civiele organen en de geallieerde legerautoriteiten. Ten slotte fungeerde het als voorpost van de Nederlandse regering.

Omdat vervoermiddelen schaars waren werden er veel auto's gevorderd. Niet alleen voor het MG zelf en de Binnenlandse Strijdkrachten, ook anderen deden een beroep op de organisatie om een auto ter beschikking gesteld te krijgen. Of een motor.

Johannes Kroef uit Haps had aan het eind van de oorlog dringend behoefte aan een motor voor zijn werk, het op gang brengen en bevorderen van de productie van groente en fruit. Dat schrijft althans ir. H.J.A. Slits, Rijkstuinbouwconsulent te Vught en Productiecommissaris voor de tuinbouw in het bevrijde gebied op 9 februari 1945 aan de Provinciale Militaire Commissaris. Uit een aantekening van de Autobevrachtingsdienst in Cuijk van 5 februari blijkt, dat die dienst tevergeefs gezocht heeft naar een motor voor Kroef, maar dat hij er zelf wel een op de kop heeft getikt. Op 12 februari komt het antwoord van de Transportofficier van de Provinciale Militaire Commissaris in Noord-Brabant: het aantal vergunningen moet tot een minimum worden beperkt, daarom kan aan Kroef geen motor (en dus waarschijnlijk ook geen rijvergunning) worden verstrekt. Heb je een motor, mag je er niet mee de weg op!

Johannes Kroef had in februari 1945 twee kentekens op zijn naam.

Bron: Brabants Historisch Informatie Centrum, toegangsnummer 127 Militair Gezag in Noord-Brabant, 1944 - 1946, inv. nr. 258, scans 590, 591 en 593